Wat is een muta-huwelijk en wat betekent het in soera en-Nisa vers 24-27?
De term muta (mita) wat in het Arabische woordenboek "voordeel, baat hebben bij" betekent, verwijst naar een vorm van huwelijk dat tijdelijk is.
Een muta-huwelijk: "Een man en een vrouw die aan alle voorwaarden voldoen om te kunnen trouwen, komen overeen om gedurende een bepaalde periode het leven van een getrouwd koppel te leiden in ruil voor een prijs die de man aan de vrouw zal geven." Deze vorm van huwelijk wordt door de islamitische wetscholen beschouwd als een verboden vorm van huwelijk. Echter, onder de grootste vertakking van het Sjiisme, Djaferiyye, wordt het als toelaatbaar beschouwd en wordt het zelfs meegerekend tot de basisbepalingen van de sekte en wordt geassocieerd met de principes van het geloof.[1]
Discussies over de legitimiteit van een muta-huwelijk zijn voornamelijk gebaseerd op de interpretatie van het 24e vers van het hoofdstuk en-Nisa, de hadis waarin staat dat de Profeet (saw) een dergelijk huwelijk heeft toegestaan en de verbodsverklaring van Omar (ra) over dit onderwerp. Sommige auteurs beweren dat het bewijs uit religieuze bronnen en de politieke houding van de Sjiieten niet voldoende is om de houding van de Sjiieten te verklaren betreft dit onderwerp, maar dat de kwestie moet worden aangepakt in het licht van de sociaalpsychologische omstandigheden waarin de genoemde sectie leefde in de eerste periode.[2]
Het verschil in meningen over de toepassing in de praktijk in de tijd van de Boodschapper van Allah (saw) is een effectieve factor geweest in de debatten over de legitimiteit van het muta-huwelijk. De Djaferiyye verdedigen hun standpunt door bewijzen op te zoeken dat in de tijd van de Profeet (saw) een muta-huwelijk was toegestaan en dat beide kanten er mee instemden. Soennieten verdedigen het standpunt dat het muta-huwelijk in die tijd werd gesloten met de toestemming van de voogd en in de aanwezigheid van getuigen net zoals een normaal huwelijk. Ze wijzen erop dat het anders is dan hoe de Sjiieten het toepassen.[3]
Volgens Sjiieten wordt er in het 24e vers van hoofdstuk en-Nisa niet het woord nikah gebruikt, maar een woord dat neerkomt op muta. “Geef hen wat zij verdienen in ruil voor jullie voordelen?” in dit vers wordt volgens hen de legitimiteit van profiteren in ruil voor een vergoeding bevestigd; Het gebruik van het woord udjur in plaats van mehir is hier ook een bewijs dat er geen sprake is van een normaal huwelijk, omdat mehir een direct gevolg is van de huwelijksovereenkomst, een vergoeding daarentegen krijg je in ruil voor iets.
De belangrijkste verklaringen die zijn gemaakt om deze visie te ondersteunen zijn als volgt:
- De soorten huwelijk die in de Islam als legitiem worden beschouwd, worden uitgelegd in de Kuran in hoofdstuk en-Nisa. Permanent huwelijk en het recht om te profiteren van djariies (milk-i yemin) zijn opgenomen in het 3e vers. Het 25e vers verwijst naar het huwelijk met de djariies en het 24e vers over het muta-huwelijk. Als dit geen aparte betekenis had gehad, zou in dezelfde zin sprake zijn van een onnodige herhaling.
- De zin "Geef hen de vergoeding" begint met de letter "fâ", wat "vervolg" betekent, wordt gesteld dat de te betalen vergoeding verschilt van de mehir bij een permanent huwelijk, dat wil zeggen dat deze onmiddellijk moet worden vervuld. In een permanent huwelijk kan mehir voor of na het huwelijk betaald worden.
- Ubey b. Kab en Ibn Abbas lazen dit vers met de toevoeging "ila ecelin musemma". In dit geval betekent de zin in kwestie "Betaal hun vergoeding tegenover uw profijt voor een bepaalde tijd".
De meerderheid van de Ehlus-sunnet wel-djemaat geleerden zijn van mening dat dit vers geen verband houdt met het muta-huwelijk. Volgens hen toont de context van de bovengenoemde uitdrukking aan dat het huwelijk in zijn bekende betekenis (permanent huwelijk) en de consequentie hiervan mehir is, want in het vorige vers en het begin van dit vers werden de vrouwen opgesomd waarmee het trouwen verboden is, en toen werd gesteld dat het huwelijk met anderen dan dezen kon worden gesloten, maar het was niet mogelijk om een relatie tot stand te brengen buiten het huwelijk, en vervolgens, als gevolg van de huwelijksrelatie, werd de vrouw gevraagd om mehir te krijgen, het bedrag van de mehir wordt bepaald met overeenstemming tussen beide partijen.
In het volgende vers wordt gesproken over degenen die het zich niet kunnen veroorloven om met vrije vrouwen te trouwen. Dit is ook bewijs dat het steeds gaat over een permanent huwelijk. Het woord udjur wordt in de Kuran ook gebruikt om het meervoud van mehir uit te drukken.[4] Wat betreft de zin “tot een bepaalde tijd” die bij het vers als bijlage werd gelezen, wordt niet beschouwd als een deel van de Kuran, noch heeft het de waarde van bewijs dat een bepaling in de Koran kan beperken. Aan de andere kant, bij het beoordelen van de overleveringen gebracht door de tabiïn-geleerden, die van mening waren dat dit vers over het muta-huwelijk gaat in Soennitische boeken, wordt er gezegd dat dit de situatie was vóór het verbod en deze toestemming werd afgeschaft met ander bewijs.
Volgens degenen, die van mening zijn dat Kuranverzen alleen opgeheven kunnen worden door Kuranverzen zelf, zoals weerlegd door overleveringen van de ashab en tabiïn-geleerden, wordt de toestemming voor het muta-huwelijk verboden verklaard in de verzen die gaan over erfrecht, talak en iddet-periode, in het bijzonder het hoofdstuk el-Muminun (23) vers 5-6. Naast deze overleveringen heb je ook ehadis die het muta-huwelijk verbieden.
Opheffen van bepalingen van een vers met een ander vers wordt bekritiseerd door de Sjiieten. Hoofdstuk el-Muminun waarvan bekend was dat het in de Mekka-periode werd geopenbaard, kan niet opgeheven worden door hoofdstuk en-Nisa dat in de Medina-periode werd geopenbaard volgens hen.
Onder verwijzing naar vele ehadis in Soennitische bronnen[5] beweert de Djaferiyye stroming dat alle moslims het er mee eens waren dat een muta-huwelijk toegestaan was. Onenigheid ontstond alleen in de discussie over of het muta-huwelijk opgeheven was of niet. Volgens de Djaferiyye is er geen bewijs voor de afschaffing van het muta-huwelijk in de Kuran of ehadis. De overige moslims accepteerden dat de Boodschapper van Allah (saw) onder bepaalde voorwaarden zijn ashab toestond voor dit soort huwelijk, maar dat het daarna verboden is geworden met verwijzing naar de ehadis van onze Profeet (saw).
Sjiietische geleerden constateren dat in Soennitische bronnen voorkomt dat de opheffing van het muta-huwelijk plaatsvond onderweg naar Hayber, Umratul-kaza, de verovering van Mekka, het jaar van Ewtas (Slag bij Huneyn), de Slag bij Tabuk en/of de afscheids-bedevaart en dat de claim van opheffing op basis van deze tegenstrijdige informatie niet kan worden bewezen. Het feit dat de informatie over het verbod in de hadis op verschillende tijden is verkondigd, wordt op verschillende manieren beargumenteerd door Soennitische geleerden. Volgens Sjiietische auteurs wordt gesteld dat zelfs wanneer de regels met betrekking tot een discussie worden toegepast, er rekening gehouden wordt met argumenten die iets verbieden of toestaan even sterk zijn en op basis daarvan wordt het onverklaarbaar en volgens het principe van ibaha wordt dan besloten dat het muta-huwelijk toegestaan is.
Een van de belangrijkste bewijzen die de Shia gebruikt om de legitimiteit van het muta-huwelijk te bewijzen, is een van de overleveringen uit Soennitische hadis-bronnen. Het is de bewering dat Omar (ra) in de tijd van de Profeet (saw) accepteerde dat het muta-huwelijk toegestaan was en dat hij het tijdens de bedevaart verbood. Vanuit dit standpunt beweren de meeste Sjiitische auteurs dat Omar (ra) een vorm van huwelijk probeert af te schaffen waarvan bekend was dat het toegestaan is. Soennitische auteurs stellen dat Omar (ra) de bedoeling had om degenen die niets weten over de opheffing van het muta-huwelijk te informeren en dat de 2e khalief Omar (ra) een handeling wat niet door de Boodschapper van Allah (saw) persoonlijk verboden is, nooit bewust zou verbieden. In het geval hij en andere ashab dit wel zouden doen, zou het zo ver kunnen komen dat zij beschuldigd konden worden van ongeloof, maar dit is totaal in strijd met de overleveringen en bronnen. Sommige geleerden gebruiken deze overleveringen om het tegendeel te bewijzen. Een ander bewijsstuk dat door beide partijen tijdens discussies over het muta-huwelijk wordt gebruikt, is de houding van Ibn Abbas (ra) over deze kwestie. Terwijl de Sjiieten beweren dat hij de legitimiteit van het muta-huwelijk verdedigt, zegt de meerderheid, die geloven dat het verboden is, gebaseerd op bepaalde overleveringen, dat Ibn Abbas (ra) later afstand heeft genomen van dit standpunt.
Andere belangrijke bewijzen die door de Djaferiyye wordt aangehaald om hun stelling over dit onderwerp te ondersteunen, zijn als volgt samen te vatten:
- Toen een van zijn vrouwen er achter kwam dat de Boodschapper van Allah (saw) trouwde in de vorm van een muta-huwelijk, beschuldigde zij hem ervan een onwettige relatie te hebben. De Profeet (saw) zei: “Dit is een tijdelijk huwelijk en het is halal voor mij, bewaar dit geheim.” Later hoorden ook zijn overige echtgenoten over deze situatie; Het vers dat luidt: "En (gedenk) toen de Profeet iets vertrouwelijks tot één van zijn vrouwen zei..."[6] vermeldt dit incident.[7]
- Bij het uitleggen van het vers "Wat Allah de mensheid aan Barmhartigheid schenkt, kan door niemand tegengehouden worden .."[8], zegt Imam Djafer es-Siddik: "Muta-huwelijk valt ook binnen deze strekking."[9]
- Hoewel de legitimiteit zeker is, is de opheffing daarvan niet zeker.
- Het muta-huwelijk is een formule die veel sociale en morele problemen oplost, psychologische dilemma's helpt te overwinnen en de meest effectieve manier om overspel te voorkomen; Ibn Abbas zei: "Als Omar het muta-huwelijk niet had verboden, zou slechts een klein aantal zondaars overspel plegen."
Degenen die tegen het muta-huwelijk zijn, zeggen dat deze overleveringen niet betrouwbaar zijn en dat de rationele kwaliteiten niet gezond zijn, vooral het gerucht dat de Boodschapper van Allah (saw) een muta-huwelijk heeft gehad, verzonnen is, dat de legitimiteit van het huwelijk niet kan worden teruggebracht tot het doel om te voorzien in seksuele behoeften. Ook geven ze aan dat het muta-huwelijk niet voldoet aan het doel van een huwelijk dat wordt beschreven in de Kuran en ehadis. Sommige oriëntalisten beweerden op basis van de uitdrukkingen van "mettea"[10] dat de Profeet (saw) een muta-huwelijk heeft gehad.[11] Maar de genoemde gebeurtenissen en de werkwoorden van "mettea" in deze context hebben niets te maken met een muta-huwelijk.
Footnotes
- ^ Zie Ibn Babeweyh, III:291, 298; Ebu Djafer et-Tusi, Tehzibul-ahkam, VII:251-252; Hur el-Amili, XIV:438, 442-444
- ^ Zie Abdalati Hammudah, The Family Structure in Islam, 1970, p. 109-110
- ^ Zie Taberi, Djamiul-beyan, VIII:176; Huseyn Tabetabai, IV:296
- ^ Zie De Kuran 4:25; 33:50
- ^ zie bibl; zie ook Unal, p. 7 [1993], p. 159-175
- ^ De Kuran 66:3
- ^ Zie Hur el-Amili, XIV, 440, 442
- ^ De Kuran 35:2
- ^ Zie ibid, XIV:439
- ^ Tarihut-Taberi II:214, 215
- ^ Zie Tarihut-Taberi IA, VIII:848; EI2 (Eng.), VII:757